Kathon CG

Kathon ® CG: het begin van een lange reeks publicaties 

  • De Groot AC, Liem DH, Nater JP, van Ketel WG. Patch tests with fragrance materials and preservatives. Contact Dermatitis 1985;12:87-92

In een studie van de Commissie Contactdermatosen van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie uit 1984 werden bij 179 patiënten, die verdacht werden van contactallergie voor cosmetica, plakproeven verricht met het conserveermiddel Kathon ® CG in een concentratie van 1% in vaseline en er waren 6 (3,4%) positieve reacties. De relevantie daarvan (speelde de allergie een rol bij de klachten waarvoor de patiënt was gekomen?) bleef bij de meeste patiënten onbekend. Op dat moment was vermelding van de bestanddelen van cosmetica nog niet verplicht, dat zou nog tot 1997 duren. Eén van die 6 patiënten was door mij gezien en ik was er achter gekomen dat dit conserveermiddel aanwezig was in een veelgebruikte crème van een bekend merk, dat ook de oorzaak was van het eczeem. Ik was inmiddels doorgegaan met het routinematig testen van Kathon CG en had nog een andere patiënt gevonden, die ook allergisch contacteczeem had ontwikkeld door het gebruik van diezelfde crème. Maar ik had ook door het testen met Kathon CG 1% in vaseline iemand allergisch gemaakt voor dit conserveermiddel. Het leek erop dat dit een sterk allergeen was en dat de testconcentratie van 1% dus verlaagd moest worden. Deze patiënten werden gepresenteerd in De Groot AC, Liem DH, Weijland JW. Kathon CG: cosmetic allergy and patch test sensitization. Contact Dermatitis 1985;12:76-80.

Kathon was (en is) de merknaam van een aantal conserveermiddelen en biocides van de firma Rohm and Haas in Philadelphia, Verenigde Staten. Deze bevatten allemaal een mengsel met als actieve stoffen methyliso-thiazolinon en methylchloorisothiazolinon. Voor cosmetica werd Kathon CG gebruikt, waarbij CG staat voor ''Cosmetic Grade''. Het was een nieuw en zeer effectief conserveer-middel en werd dan ook op grote schaal gebruikt in cosmetische producten. Na deze oorspronkelijke publicatie werd Kathon CG zo’n beetje mijn ''troetelkind'' en er volgden nog ten minste vijftien andere artikelen die geheel of gedeeltelijk over deze stof gingen. Ook werd het een belangrijk hoofdstuk in mijn proefschrift uit 1988 (afbeelding). Die artikelen waren gedeeltelijk nieuw onderzoek, maar ik schreef ook, soms op uitnodiging, overzichtsartikelen in Dermatosen in Beruf und Umwelt, Journal of the American Academy of Dermatology, American Journal of Contact Dermatitis en onze eigen Nieuwsbrief Contactdermatologie.

De boodschap uit ons oorspronkelijke artikel over allergie voor Kathon CG werd direct opgepikt door collegae in het buitenland en weldra zouden er artikelen uit vele Europese landen verschijnen, waaruit bleek dat het allergieprobleem in een aantal daarvan ook groot was. In The Lancet beschreven Andrew Herxheimer en ik het probleem in een artikel getiteld ''Isothiazolinone preservative: cause of a continuing epidemic of cosmetic dermatitis''. Niet kinderachtig doen, dachten we, het is immers een epidemie! 

Wilt u s.v.p. de naam Kathon CG niet meer gebruiken?

In 1989 nam de firma Rohm and Haas contact met me op, ze wilden graag een keer met me komen praten. En zo maakten we, bij ons thuis in Den Dungen, kennis met Jack Moss, een Amerikaan van 1 meter 65, leren jack, grote ringen om de meeste van zijn vingers en een fervent roker van ik meen Chesterfields. ''Do you allow smoking in front of your children'', vroeg hij beleefd. Wat ik me nog herinner van het gesprek is dat hij me verzocht om de naam Kathon CG niet meer te gebruiken, omdat dat zijn firma onevenredig trof. Dat klopte, er waren namelijk diverse andere fabrikanten die exact hetzelfde conserveermiddel op de markt brachten onder een andere merknaam. Zijn mondelinge verzoek werd kort daarna gevolgd door een schriftelijk verzoek, lees ''aanmaning'' van een Amerikaans advocatenkantoor. 

Ze hadden natuurlijk gelijk, het is onverstandig om merknamen te gebruiken. Wat waarschijnlijk meegespeeld heeft is de nogal ingewikkelde omschrijving van het conserveermiddel: ''a preservative containing as active ingredients a mixture of 5-chloro-2-methyl-4-isothiazolin-3-one and 2-methyl-4-isothiazolin-3-one in an approximate ratio of 3 : 1, respectively, with MgCl2 (9%) and Mg(NO3)2 (16%) present as stabilizers''. Ik ben daarna (goeddeels) de namen van de bestanddelen gaan gebruiken, maar de aanduiding Kathon CG bleef nog heel lang in de literatuur rondzweven. En ik had zoveel gepubliceerd over Kathon CG, dat ik op een gegeven moment tijdens voordrachten hierover placht te zeggen (met tekstdia erbij uiteraard): ''I have written so many articles and given so many lectures on Kathon CG that my wife suggested to change my name from Anton de Groot into Kathon C de Groot''. Gegrinnik in de zaal gegarandeerd.

Praktisch probleem: te weinig informatie

In die tijd was etikettering van cosmetica niet verplicht, dus we hadden een praktisch probleem. Wanneer we bij een patiënt contactallergie aantoonden voor Kathon CG (ik hou de naam nog maar even aan voor het gemak), dan konden we haar of hem geen informatie geven over welke cosmetische producten dit middel bevatten en dus niet gebruikt konden worden. Van een heel bekende crème en enkele andere producten wisten we het natuurlijk al wel.

Om dat probleem op te lossen heb ik in 1988, via de Nederlandse Cosmetica Vereniging, alle leden daarvan aangeschreven met het verzoek om hun producten op de geven die geen Kathon CG bevatten. Ik schreef erbij dat we deze producten zouden opnemen in een folder voor patiënten die allergisch zijn voor Kathon CG, zodat ze konden zien welke producten veilig waren. Ik ben met opzet uitgegaan van een negatief-lijst. Wanneer ik gevraagd zou hebben naar welke producten wel Kathon CG bevatten, zou de medewerking minimaal zijn, zo schatte ik in. De producenten en importeurs van cosmetica reageerden massaal en zo werd een boekje van 12 pagina’s samengesteld waarin per productcategorie werd opgesomd welke producten van welke merken geen Kathon CG bevatten.

Dit boekje werd uitgegeven door Glaxo B.V. en werd verspreid onder alle Nederlandse dermatologen die het aan hun Kathon CG-allergische patiënten konden geven. Ik zag overigens net in die folder dat mijn naam nergens genoemd wordt. Ik weet niet meer waarom…..     

Een beetje bang

Inmiddels wisten alle cosmeticaproducenten en -importeurs van mijn bestaan en onderzoek, dat altijd over bijwerkingen van hun producten ging, en ze waren, zo merkte ik op een gegeven moment, een beetje bang voor me. Dat was overigens absoluut niet nodig. Nooit heb ik me, mondeling of in geschrifte, negatief uitgelaten over cosmetica en het gebruik ervan. Ik was er toen allang van overtuigd dat cosmetische producten veel meer goed dan kwaad doen. Het ging mij erom dat de producten zo veilig mogelijk gemaakt zouden worden. Wat waarschijnlijk ook niet meegeholpen heeft, is dat ik een fervent voorstander was van verplichte etikettering van cosmetische producten, m.a.w. dat alle bestanddelen op het product of een label vermeld zouden worden. Daar waren eigenlijk alle fabrikant faliekant tegen (wat ik heus wel begreep), dus dat ik niet populair was, was niet zo verwonderlijk. 

Agressie in de jaarbeurshallen

Het moment, waarop ik merkte dat ze een beetje bang voor me waren, was toen mijn vrouw Janny en ik een keer een cosmeticabeurs in Utrecht bezochten. Ik werd blijkbaar herkend en aan alles konden we merken dat de mare van mijn aanwezigheid zich snel verspreidde en binnen no time was elke standhouder op de hoogte (en op de hoede). Ik herhaal nog maar eens dat ik geen vijand was van cosmetica, maar ik had wel een appeltje te schillen met één producent. Die had namelijk bij de vragenlijst voor de folder opgegeven dat zijn producten geen Kathon CG bevatten. Omdat ik vermoedde dat ik niet alle producenten op hun blauwe ogen kon vertrouwen, had ik mijn paranimf Jan-Willem Weijland van de keuringsdienst van Waren gevraagd om een aantal  producten die als Kathon-negatief waren opgegeven te kopen en te analyseren op de aanwezigheid van het conserveermiddel. En toen viel de belangrijkste crème van die producent (die allerlei wonderen kon verrichten) door de mand. Dat product bevatte namelijk wel degelijk Kathon CG. De analyse werd tweemaal herhaald met hetzelfde resultaat.

Goed, terug naar de Jaarbeurshallen. Ik had kort daarvoor de producent van die crème van onze bevindingen op de hoogte gesteld en zijn producten dus ook niet in de lijsten voor de folder opgenomen. Bij de betreffende stand aangekomen trof ik hem en zijn echtgenote aan en ik stelde me voor. Ja, begon zijn vrouw, ''we weten wie u bent en hoe haalt u het in uw hoofd om ons ervan te beschuldigen dat wij gelogen hebben? Onze producten bevatten geen Kathon CG''. Het werd een beetje een onaangenaam gesprek en mevrouw werd luidruchtiger en liet zich niet door haar echtgenoot temperen. Ik geloof dat we op een gegeven moment maar weggelopen zijn. De buren hadden natuurlijk alles gehoord en de sfeer om ons heen was om te snijden, dus we hebben de beurs maar direct verlaten. Wie had er nu gelijk? Een paar maanden later kregen we een brief van de producent. Hij schreef dat gebleken was dat er inderdaad toch Kathon CG aanwezig was in zijn producten. Er was blijkbaar een synoniem gebruikt, dat hij, die al zijn producten zelf formuleerde, niet als Kathon CG had herkend …….      

Dit is overigens de enige aanvaring die ik met een cosmeticaproducent heb gehad. Met de Nederlandse Cosmetica Vereniging, die overtuigd was van mijn goede bedoelingen, heb ik altijd een goede relatie onderhouden. Wel heb ik me altijd verzet tegen cosmetische claims die niet waargemaakt kunnen worden (''gaat rimpels tegen''), nietszeggende maar suggestieve kwalificaties (''hypoallergeen''), en heb altijd gezegd dat er verplichte etikettering zou moeten komen.

 

  • De Groot AC, Bos JD, Jagtman BA, Bruijnzeel DP, van Joost Th, Weijland JW. Contact allergy to preservatives (II). Contact Dermatitis 1986;15:218-222
  • De Groot AC, Bos JD. Preservatives in the European standard series for epicutaneous testing. Brit J Dermatol 1987;116:289-292
  • De Groot AC. Contact allergy to cosmetics: causative ingredients. Contact Dermatitis 1987;17:26-34
  • De Groot AC. Isothiazolinone preservative as important contact allergen in cosmetics. Dermatosen 1987;35:169-173
  • De Groot AC, Weijland JW. Kathon CG: A review. J Am Acad Dermatol 1988;18:350-358

 

Dit is mijn eerste grote overzichtsartikel in een internationaal tijdschrift geweest. Er zouden er later nog vele volgen en wel over oleamidopropyl dimethylamine (1989), methylisothiazolinon/ methylchloorisothiazolinon (Kathon CG) (1990), mitomycine C (1990), methyldibroomglutaronitriel (1996), formaldehyde (2009), formaldehyde-donoren (2010), hennatatoeages (2013), propolis (2013), octocryleen (2014), tea tree oil [theeboomolie] (2016), etherische oliën (2011, Nederlands), allergene ingrediënten in tandpasta’s (2017), Myroxylon pereirae resin (Perubalsem) (2019), limoneen (2019), linalool (2019), parfums (1997, 2002, 2010 [Nederlands], 2020), plakproeven bij geneesmiddelerupties (2022), systemic allergic/contact dermatitis (2022), Drug reaction with eosinophilia and systemic symptoms (DRESS) (2022) en Acute generalized exanthematous pustulosis (AGEP) (2022). 

 

  • De Groot AC, Barella CGJ, Conemans JMH. Risk of sensitization to Kathon CG. Contact Dermatitis 1988;19:210-211
  • De Groot AC, Beverdam EGA, Tjong Ayong C, Coenraads PJ, Nater JP. The role of contact allergy in the spectrum of adverse effects caused by cosmetics and toiletries. Contact Dermatitis 1988;19:195-201
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP, Bos JD, van der Meeren HLM, van Joost Th, Jagtman BA, Weijland JW. The allergens in cosmetics. Arch Dermatol 1988;124:1525-1529
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP, Van der Schroeff JG, Bos JD. Routine testing with the preservative system Kathon CG. Int J Cosm Science 1988;10:47-51
  • De Groot AC, Bruijnzeel DP. Kathon CG: risk of sensitization. J Appl Cosmetol 1988;6:161-168
  • De Groot AC, Herxheimer A. Isothiazolinone preservative: cause of a continuing epidemic of cosmetic dermatitis. The Lancet 1989;i:314-316
  • De Groot AC. Methylisothiazolinone/methylchloroisothiazolinone (Kathon CG) allergy: an updated review. Amer J Contact Dermatitis 1990;1:151-156
  • De Groot AC. Water versus petrolatum for patch testing methylisothiazolinone + methylchloroisothiazolinone. Contact Dermatitis 1990;23:300-301
  • De Groot AC. Kontaktallergie voor een "nieuw" conserveermiddel in cosmetica: Kathon CG. Nieuwsbrief Contactdermatologie 1986;23:368-376
  • De Groot AC. Kathon CG: onderzoeksresultaten van de Commissie Contactdermatosen, en praktische informatie voor de patient. Bulletin Contactdermatosen 1989:3:77-92
  • De Groot AC, van Ulsen J, Weijland JW. Allergisch contacteczeem rond de anus met dyshidrotisch eczeem van de handen door Kathon CG in vochtige toiletdoekjes. Ned Tijdschr Geneeskd 1991;135:1048-1049
  • De Groot AC. Cosmetica die geen methyl(chloor)isothiazolinon (Kathon CG) bevatten. Ned Tijdschr Derm Venereol 1992;2:142-146